Interview

Boek ‘Notarieel executierecht’: een nieuwe editie na 15 jaar

Bij Larcier-Intersentia verscheen in december 2024 de tweede editie van het boek Notarieel executierecht van mr. Ruud Jansen, notaris en tevens docent aan de Vrije Universiteit Brussel, en dhr. André Michielsens, eredirecteur van de opleiding Notariaat aan de VUB.

Het executierecht, waarin de gedwongen uitvoering van verbintenissen wordt geregeld, is het onmisbare sluitstuk van de private rechtsorde. Bij de uitvoering op onroerende goederen speelt de notaris een belangrijke rol. Hij moet ook na de executie er zorg voor dragen dat de goederen die ingevolge executie worden overgedragen, met dezelfde waarborgen en veiligheid overgedragen zijn als bij een gewone vrijwillige verkoop van onroerend goed.
De tweede editie van dit handboek is ontstaan uit de confrontatie en samenwerking tussen theorie en praktijk. Deze dynamiek was al aanwezig in de eerste editie en is hier verder uitgebouwd en uitgediept. De talrijke modellen van akten waarmee dit werk afsluit, maken van dit boek een onmisbaar referentiewerk voor het notariaat en voor iedereen die professioneel met het executierecht geconfronteerd wordt.

Larcier-Intersentia interviewde de auteurs naar aanleiding van deze tweede editie.

Kunnen jullie vooreerst toelichten wat er gewijzigd is tegenover de eerste editie, nu zo’n vijftien jaar geleden?

De vorige editie verscheen inderdaad in 2010, zo’n vijftien jaar geleden. Intussen zijn de hervormingen in het privaatrecht niet meer op één hand te tellen. Deze hervormingen hebben her en der invloed gehad op het executierecht. Ook het executierecht zelf heeft talrijke hervormingen achter de rug. Denk bijvoorbeeld aan de Insolventiewet van 2018, de invoering van de Europese Herstructureringsrichtlijn en de programmawet van 19 december 2023. De covidpandemie versnelde daarnaast de digitalisering zodat vandaag de gedematerialiseerde openbare verkoop de norm is geworden en de fysieke openbare verkoop de uitzondering. Dit alles maakt dat het vorige handboek door de vele veranderingen niet meer voldoende actueel was om nog als volwaardig instrument voor de praktijk en het onderwijs te kunnen gelden. Een nieuwe editie drong zich bijgevolg op. Alhoewel de positie van de notaris bij de benadering sterk aan bod komt, wordt getracht ook andere perspectieven aan bod te laten komen.

Hebben jullie nu, bij deze tweede editie, enige wijziging doorgevoerd wat het opzet van het boek betreft?

Neen, aan de opzet van het boek is niets veranderd, want het boek heeft nog steeds een tweevoudige doelstelling. 
Allereerst is het nog steeds bedoeld als handleiding voor de studenten aan de VUB om zich het notarieel executierecht eigen te maken. Het boek wil hen inzicht verschaffen in de taak die de notaris te vervullen heeft in het executierecht. Dat verklaart ook volledig de keuze van de behandelde onderwerpen. Het boek beoogt immers helemaal niet om een volledig overzicht te bieden van het executierecht, maar slechts om die aspecten te behandelen waarin de notaris wordt betrokken. Er werd in deze editie naast de problematiek van uitvoerend beslag op onroerend goed wel meer aandacht besteed aan de verkoop in het kader van de insolventieprocedures.
Daarnaast wil het boek ook een hand bieden aan de notaris en zijn medewerkers om veilig te laveren doorheen het bochtrijke parcours van een gedwongen uitvoering op onroerend goed. Aspecten die voor het beginselonderwijs mogelijk minder belangrijk zijn, maar voor de praktijk des te belangrijker, worden daarom eveneens uitgebreid behandeld, in het bijzonder wat de opmaak van de verkoopsvoorwaarden betreft. Daarom bevat het boek achteraan ook enkele modellen die als inspiratiebron kunnen dienen en dit met bijzondere dank aan de Federatie van Notarissen, omdat we hun modellen ook mee hebben mogen gebruiken om de modellen in dit boek uit te werken.

Het boek is onderverdeeld in tien hoofdstukken. Kunnen jullie kort uiteenzetten welke onderwerpen aan bod komen?

In het eerste hoofdstuk ‘Inleiding tot het executierecht’ leggen we vooreerst enkele basisbeginselen uit, waarbij de bekwaamheid van de schuldeiser, het toezicht van de rechter, de uithuiszetting, de onmogelijkheid van reële executie, het beslag en de actoren van het executierecht (op onroerende goederen) aan bod komen. Vervolgens zijn er een aantal inleidende beschouwingen inzake bewarend en uitvoerend beslag, met aansluitend aandacht voor het voorwerp van het beslag en de beslagbaarheid van deze goederen. De volgorde van de uitwinning en taalperikelen zijn de volgende onderdelen. We hebben ook aandacht voor het feit dat meer en meer de nadruk wordt gelegd op het collectief karakter van een beslag, wat betekent dat een schuldeiser die beslag legt wel optreedt voor zichzelf, maar zijn beslag niet het gevolg heeft dat hij een exclusief recht heeft om de betaling te ontvangen.

In hoofdstuk 2 ’De notaris en het derdenbeslag’ wordt nagegaan wat de houding van de notaris moet zijn wanneer deze wordt geconfronteerd met een schuldeiser van zijn cliënt die derdenbeslag in zijn handen legt. 
Het derdenbeslag komt neer op een beslag op een schuldvordering, die een actief bestanddeel is van het vermogen van de beslagene. Er wordt onderzocht wat de precieze plichten zijn van de notaris wanneer in zijn handen derdenbeslag wordt gelegd. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de praktijk van het ‘buitengerechtelijk verzet’. Vervolgens wordt er ingegaan op het derdenbeslag op de bankrekeningen van de notaris. Hier is de notaris niet meer de derde-beslagene, maar is hij de beslagene zelf. Er wordt onderzocht in welke mate schuldeisers van de notaris beslag kunnen uitvoeren op de bankrekeningen van het kantoor. De kredietinstelling is hier dus de derde-beslagene.


Hoofdstuk 3 ‘Bewarend beslag op onroerend goed’ behandelt de voorwaarden, de rechtspleging, de publiciteit van het beslag en de gevolgen van dat bewarend beslag op het onroerend goed. Tevens wordt stilgestaan bij het bestaan van de strafrechtelijke beslagprocedure, want deze bestaat ook naast de gemeenrechtelijke beslagprocedure. Uiteraard volgt ook een overzicht over de regels die toegepast worden wanneer een bewarend beslag wordt omgezet in een uitvoerend beslag.

Wat hoofdstuk 4 ‘De inleiding van het uitvoerend beslag op onroerend goed’ betreft: na een algemeen overzicht komen in dit hoofdstuk het bevel tot betaling, het beslagexploot en de aanstelling van de notaris aan bod.

In hoofdstuk 5 ’De verkoopsvoorwaarden en de openbare verkoop’ wordt er vooreerst op gewezen dat het de notaris is die de verkoopsvoorwaarden opstelt, dat deze voorwaarden een notariële akte vormen en dat de notaris de belangen van alle partijen behartigt. Verder worden in concreto de inhoud van de verkoopsvoorwaarden uiteengezet, met aandacht voor mogelijke facultatieve vermeldingen. Ook wordt stilgestaan bij het feit dat partijen worden aangemaand om inzage te nemen van de verkoopsvoorwaarden en om aanwezig te zijn op de toewijzing, waarbij wel verzet kan worden gedaan tegen die verkoopsvoorwaarden binnen een termijn van acht dagen. Ook incidenten tijdens de procedure worden in dit hoofdstuk besproken.

In hoofdstuk 6 ‘De openbare verkoping’ wordt toegelicht dat de wet geen definitie bevat van de openbare verkoop, maar dat het Hof van Cassatie in 2016 wel een beschrijving heeft gegeven van de openbare verkoop. De zitting bij zowel de openbare fysieke verkoop als de gedematerialiseerde openbare verkoop zijn items die uitvoerig aan bod komen, gevolgd door de aanwijzing van lastgever (commandverklaring), de eindfase en de afhandeling van de verkoop. Nietigheid van de toewijzing is in dit hoofdstuk het laatste item.

Hoofdstuk 7 ‘De verkoop uit de hand’ bespreekt de wet van 5 juli 1998, die de collectieve schuldenregeling heeft ingevoerd in het Belgische recht, want deze heeft eveneens de mogelijkheid geschapen in het raam van een uitvoerend beslag om de tegeldemaking te realiseren via een onderhandse verkoop in plaats van de klassieke openbare verkoop.

In Hoofdstuk 8 ‘De incidenten’ hebben we volgende onderwerpen behandeld: de herveiling na rouwkoop, gevallen van schorsing en stopzetting van de procedure tot uitwinning en de problemen waarbij een beslagprocedure interfereert met een procedure van samenloop of met een collectieve procedure waarin de schuldenaar geniet van een tijdelijke opschorting van de executierechten van de schuldeisers (“moratorium”).

In hoofdstuk 9 ‘De rangregeling en de zuivering’ wordt uiteengezet wat de gevolgen zijn van het feit dat de zekerheidsschuldeiser niet volledig kan worden betaald, terwijl de koper vanzelfsprekend niet wenst te worden geconfronteerd met het volgrecht van de hypotheekhouder of de houder van een ingeschreven onroerend voorrecht. In die gevallen voorziet artikel 1639 Ger.W. erin dat ten gevolge van de toewijzing van het onroerend goed de rechten van de ingeschreven schuldeiser en de schuldeisers die bevel of beslag hebben laten overschrijven “overgaan op de prijs”. Door de overwijzing van de zekerheidsrechten op de prijs moet er een rangschikking worden gemaakt tussen de schuldeisers die in de verdeling van de prijs mogen toetreden. De notaris zal daartoe een rangregeling opmaken, waaruit het aandeel van de verschillende schuldeisers in de prijs wordt aangegeven. Ook hier worden tal van verschillende aspecten in extenso uiteengezet. Ook de doorhaling van inschrijvingen en overschrijvingen komen aan bod. Dit hoofdstuk is van belang voor alle verkopen waarbij onroerende goederen gezuiverd worden van hypothecaire inschrijvingen, een domein dat door recente wetswijzingen een belangrijke evolutie onderging.

In het laatste hoofdstuk 10 ‘Verkopingen van onroerende goederen in collectieve procedures’ worden een aantal verkopen van onroerende goederen behandeld die niet zuiver tot het beslagrecht behoren, maar die veel kenmerken vertonen van de verkopen van onroerende goederen in het raam van uitvoerend beslag op onroerend goed. Deze materie onderging verschillende wijzigingen sinds de vorige editie en komt uitvoeriger aan bod om zo tegemoet te komen aan een behoefte van de practici. Het gaat telkens om verkopen die het gevolg zijn van een overmatige schuldenlast van de eigenaar, wat leidt tot het openen van een collectieve procedure van aanzuivering of vereffening. Hierbij komen aan bod: de verkoop bij collectieve schuldenregeling, faillissement en toelating tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie van de onderneming.

Het boek wordt ten slotte afgesloten met een aantal meer dan nuttige modellen die als inspiratiebron kunnen dienen.

Over het boek

Notarieel executierecht (tweede editie) (gebonden)

Ruud Jansen en André Michielsens

December 2024
ISBN 9789400013384


Onze klanten raadpleegden ook:

Burgerlijk | December 2024

Beleggingsvastgoed in de praktijk: een grondige analyse | Ruben Volckaert

Larcier-Intersentia interviewde de auteur, mr. Ruben Volckaert naar aanleiding van deze publicatie. In dit interview licht de auteur o.a. het begrip 'beleggingsvastgoed' nader toe, de rol van de FSMA enz. Lees meer.

Burgerlijk | November 2024

De gelijkheid voor openbare lasten of ‘de lastengelijkheid’: de contouren van een tot op heden in mystiek gehuld beginsel scherpgesteld | Samuel De Winter

Larcier-Intersentia interviewde de auteur, dr. Samuel De Winter naar aanleiding van deze publicatie. In dit interview vertelt de auteur meer over de centrale vraag, het belang en de structuur in het boek... Lees meer.

Volg ons:     

              

Ons gratis tijdschrift:

· Emile & Ferdinand

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrieven!