De informatiepositie van de burgemeester bij de bestuurlijke aanpak van gewelddadige radicalisering
in België en Nederland
De terreurdaad van 29 mei 2018, waarbij een radicalist in Luik drie mensen neerschoot, doet erg denken aan de aanslagen van 22 maart 2016. Sinds 2004 worden EU-lidstaten systematisch het doelwit van aanslagen. De recente problematiek van de foreign terrorist fighters stelde de lidstaten voor een nieuwe uitdaging. In een pre-crime samenleving wordt meer en meer van rechtshandhavers verwacht dat ze optreden tegen risico’s en dreigingen nog voordat er strafbare feiten zelf plaatsvinden. Daarbij is de consensus ontstaan dat veiligheid door preventie een verantwoordelijkheid is van actoren op elk beleids- en bestuursniveau.
Dat geldt ook voor de burgemeester, van wie de rol de afgelopen jaren sterk is geëvolueerd naar die van crime-fighter. Het uitgangspunt daarbij is dat de burgemeester een belangrijke rol speelt in de strijd tegen gewelddadige radicalisering en terrorisme op lokaal niveau. Om bestuurlijk te handhaven beschikt de burgemeester over bepaalde bevoegdheden waardoor hij drempels kan opwerpen tegen gewelddadige radicalisering en terrorisme. Een essentiële randvoorwaarde is echter dat hij over een adequate informatiepositie beschikt. Dit onderzoek gaat na of en hoe de burgemeester in België en Nederland over voldoende informatie kan beschikken om een weloverwogen bestuurlijke maatregel te nemen.
In Deel I vindt de lezer een literatuurstudie die in een eerste luik ingaat op het probleem van gewelddadige radicalisering in Europese context. In een tweede luik wordt nagegaan op welke wijze de bestuurlijke handhaving tegemoetkomt aan die problematiek. In een derde luik wordt de adequate informatiepositie als randvoorwaarde beschreven. Tot slot volgt hieruit een probleemstelling met bijbehorende onderzoeksvragen. In Deel II worden de methodologische overwegingen geëxpliciteerd. In Deel III zal de rechtsvergelijking volgen.
Het doel van het onderzoek is om aanbevelingen te formuleren ten aanzien van de wetgever. De opvolging van die aanbeveling(en) leidt normaal gezien tot een (verbeterde) informatiepositie van de burgemeester, die hem toelaat een weloverwogen en evenwichtig besluit te nemen. Daarbij wordt gezocht naar een evenwicht tussen een effectieve bijdrage aan de veiligheid, de belangen van de privacy van betrokkenen en de belangen van een eventueel lopend strafrechtelijk onderzoek.
Elektronische versie beschikbaar op :
- Strada lex België
Heeft u een abonnement? Activeer kosteloos de digitale versie dankzij de code in het boek.
Producttype | Boek |
---|---|
Formaat | Paperback |
EAN / ISSN | 9789400010789 |
Gewicht | 340 g |
Beschikbaarheid | In voorraad |
Aantal pagina's | xii + 148 blz. |
Toegang tot oefeningen | Nee |
Uitgever | Intersentia |
Taal | Nederlands |
Publicatiedatum | 21 jun. 2019 |
Beschikbaar op Strada Belgique | Ja |
Beschikbaar op Strada Europe | Nee |
Beschikbaar op Strada Luxembourg | Nee |
Uittreksels
- Inhoud
Robin Dreesen - Inleiding
- Deel I. Bestuurlijke aanpak van radicalisering
- Deel II. Methodologie
- Deel III. Rechtsvergelijking
- Deel IV. Besluit
- Bibliografie
- Bijlagen