Werken met meerdere vennootschappen
Fiscale aandachtspunten voor de dynamische kmo
Samengevat
Dit Tips & Advies-Boek is uw leidraad om maximaal voordeel te behalen uit het werken met meerdere vennootschappen. U krijgt vanuit een praktische invalshoek het antwoord op de vragen waarom wel/niet en hoe te werken met meerdere vennootschappen. We analyseren de voor- en nadelen en de gevolgen van het werken met meerdere vennootschappen vanuit 2 standpunten. Enerzijds analyseren we de situatie als u naast uw exploitatievennootschappen een holding of een managementvennootschap heeft. Anderzijds bekijken we de mogelijkheden als u overweegt om een tweede, een derde... vennootschap op te richten, in België maar ook eventueel in het buitenland. Dit boek is dan ook uw onmisbaar hulpmiddel en werkinstrument om fiscaal optimaal met meerdere vennootschappen te werken.
In detail
In detail behandelen we de volgende thema's om uw vragen te beantwoorden:
- De evolutie van uw bedrijf: van eenmanszaak tot meerdere vennootschappen
- De voordelen van een kmo
- Waarom dan toch de stap naar meerdere vennootschappen zetten?
- De gevolgen, aandachtspunten en optimalisatiemogelijkheden op fiscaal en boekhoudkundig vlak
- De stap naar het buitenland
- Opvolging en succesie later: gevolgen en aandachtspunten
Eens u met meerdere vennootschappen werkt, neemt de complexiteit toe. De voordelen van meerdere vennootschappen moeten deze toenemende complexiteit dan ook overtreffen. Dit boek is uw hulpmiddel om met kennis van zaken de juiste keuzes te maken en uw werking met meerdere vennootschappen te optimaliseren, rekening houdend met alle recente wijzigingen.
Voor wie?
Dit Tips & Advies-Boek is er speciaal voor...
iedere vooruitziende bedrijfsleider
- die overweegt om met meedere vennootschappen te werken
- die al met meerdere vennootschappen werkt en dit verder wil optimaliseren om maximaal voordeel te behalen
de adviseur
- die zijn cliënten optimaal wil adviseren over dit thema
Producttype | Boek |
---|---|
Formaat | Paperback |
EAN / ISSN | 9789464153545 |
Reeksnaam | Reeks Tips & Advies |
Gewicht | 1071 g |
Beschikbaarheid | In voorraad |
Aantal pagina's | 634 blz. |
Toegang tot oefeningen | Nee |
Uitgever | Indicator |
Taal | Nederlands |
Publicatiedatum | 25 jan. 2024 |
Beschikbaar op Strada Belgique | Nee |
Beschikbaar op Strada Europe | Nee |
Beschikbaar op Strada Luxembourg | Nee |
In dit Tips & Advies-Boek leest u...
1. Hoe ontstaat een groep van vennootschappen?
1.1. Geografische en culturele grenzen van de bedrijfswereld vervagen
1.2. Klein beginnen met eenmanszaak
1.3. Waarom eventueel overschakelen naar een vennootschap?
1.4. Van vennootschap naar groep van vennootschappen
1.5. Documenteer de zakelijke beweegredenen van uw beleidsbeslissing!
1.6. Vergis u niet: ook fiscaliteit is een belangrijke schakel in de waardeketen
2. Wat als we geen kmo meer zijn?
2.1. Wanneer is uw bedrijf een kmo?
2.2. Minder strenge boekhoudformaliteiten voor een kmo
2.3. Fiscale voordelen voor een kmo
3. Waarom vandaag reeds een exitstrategie voorbereiden?
3.1. Parameters van de exitstrategie
3.2. Mogelijke impact van de algemene antimisbruikbepaling
4. Waarom een gemeenschappelijke holding overwegen?
4.1. Zuivere versus gemengde holding
4.2. Belgische of buitenlandse holding: fiscale aandachtspunten
4.3. Hoe wordt de holding eigenaar van de werkvennootschappen?
4.4. Strategische en operationele overwegingen
5. Waarom en wanneer een interne-meerwaardetransactie overwegen?
5.1. Wat is een interne meerwaarde?
5.2. Speculatieve meerwaarden zijn belastbaar
5.3. Is een verkoop van aandelen aan de eigen holdingvennootschap speculatief?
5.4. Is een inbreng van aandelen in de eigen holdingvennootschap speculatief?
5.5. Fiscale gevolgen van een interne-meerwaardetransactie
6. Boekhoudkundige consolidatie
6.1. Wie heeft een consolidatieverplichting?
6.2. Wanneer is er een vrijstelling van consolidatieverplichting?
6.3. Welke dochtervennootschappen kunnen eventueel uit de consolidatiekring geweerd worden?
6.4. Wat als sommige dochtervennootschappen in een andere muntzone actief zijn?
6.5. Welke consolidatiemethodes zijn er voorhanden?
7. Nut van consolidatie voor doeleinden van vennootschapsbelasting
7.1. Verschillende ‘types’ van fiscale eenheid op internationale schaal
7.2. Europese rechtspraak
7.3. Fiscale consolidatie van doeleinden van vennootschapsbelastingen
8. Nut van een btw-eenheid
8.1. Wat is een btw-eenheid?
8.2. Wat zijn de voor- en nadelen van een btw-eenheid?
8.3. Hoe wordt een btw-eenheid concreet geïmplementeerd?
8.4. Wat is het btw-belastingstelsel van een btw-eenheid?
9. Impact van het werken met meerdere vennootschappen op de notionele-interestaftrek
9.1. Wat is de notionele-interestaftrek?
9.2. Impact van het ontstaan van een groep van vennootschappen op het gebruik van notionele-interestaftrek
9.3. Internationale expansie en de notionele-interestaftrek
9.4. Misbruik van notionele-interestaftrek binnen een groep van vennootschappen? – administratieve circulaire
9.5. Misbruik van notionele-interestaftrek binnen een groep van vennootschappen – rechtspraak
9.6. Andere significante beperkingen van notionele-interestaftrek sinds 2018
10. Noodzaak aan onderbouwde interne verrekenprijzen
10.1. Welke politiek van ‘agressieve’ verrekenprijzen viseert de fiscus?
10.2. Wat is het ‘at arm’s length’-principe?
10.3. Het ‘at arm’s length’-principe speelt ook in de relatie hoofdhuis-bijhuis
10.4. Wat als een Belgische vennootschap een abnormaal of goedgunstig voordeel verstrekt?
10.5. Wat als een Belgische vennootschap een abnormaal of goedgunstig voordeel geniet?
10.6. Verenigbaarheid van de Belgische Belastingwet met de EU-normen
10.7. Transfer pricing is ook een prioriteit voor kmo’s
10.8. Belang van kwalitatieve verrekenprijsdocumentatie
10.9. Hoe documentatie aanleggen: een aantal basisbeginselen
10.10. Wees ook voorbereid op een transferpricing-belastingcontrole
10.11. Is ‘horizontaal overleg’ tussen fiscus en belastingplichtige de volgende stap?
10.12. Capita selecta
10.13. Concreet voorbeeld (1): kwijtschelding van schuld binnen de groep
10.14. Concreet voorbeeld (2): deficitaire liquidatie binnen de groep
11. De commissionair-principaalrelatie (als voorbeeld van functionaliteit binnen de groep)
11.1. Een verschillende functionaliteit rechtvaardigt een andere verrekenprijs
11.2. De principaal-commissionairsstructuur
11.3. Wat is een commissionair?
11.4. Hoe ontstaat een commissionairsovereenkomst?
11.5. De vergoeding van de commissionair
11.6. ‘Vaste inrichting’-risico voor de principaal
11.7. Goodwill-risico bij implementatie
12. Fiscale aspecten van intragroepsbestuurdersmandaten en dienstverlening
12.1. Wanneer kwalificeren de ‘managementvergoedingen’ die de ene groepsvennootschap betaalt aan een andere groepsvennootschap als aftrekbare beroepskosten?
12.2. Wanneer kwalificeren de formele ‘bestuurdersvergoedingen’ die de ene groepsvennootschap betaalt aan een andere groepsvennootschap als aftrekbare beroepskosten?
12.3. Wat in geval van retrocessie van bestuurdersbezoldigingen?
12.4. Is btw verschuldigd over een aangerekende bestuurdersvergoeding?
12.5. Op welke wijze kunnen bestuurders- en/of managementvergoedingen gefactureerd worden?
12.6. Wat inzake tantièmes?
13. Fiscale aspecten van ‘cashpooling’ en andere intragroepsfinanciering
13.1. Wat is cashpooling?
13.2. Belang van de rol en keuze van de pool leader
13.3. Fiscale behandeling van ‘interest’
13.4. Impact van thincapitalisation-regels
14. Fiscale aspecten van dividendstromen binnen de groep
14.1. Bronheffing over een uitgekeerd dividend
14.2. DBI-aftrek over een ontvangen dividend
14.3. DBI-aftrek: voorwaarden
14.4. Wanneer is er vennootschapsbelasting over een verwezenlijkte meerwaarde op aandelen?
14.5. Antirechtsmisbruikbepaling
15. Hoe fiscale verliezen ten volle benutten?
15.1. Impact van transfer pricing
15.2. Impact van controlewijziging
15.3. Verlies van vaste inrichting
15.4. Wat indien belasting over forfaitaire grondslag?
15.5. Wat bij belastingvrije reorganisatie?
15.6. Minimale belastbare basis sinds 2018
16. Wat met intragroeps-R&D en -IP?
16.1. Wereldwijde R&D-budgetten stijgen
16.2. Lage fiscale kosten doen R&D-budget stijgen
16.3. Maximaal 6,8% vennootschapsbelasting over marktconforme octrooi-inkomsten (tot uiterlijk 30 juni 2021)
16.4. 85% innovatieaftrek (sinds 1 juli 2016)
16.5. Investeringsaftrek of belastingkrediet voor R&D-investeringen
16.6. Geen doorstorting van 80% van de bedrijfsvoorheffing van R&D-personeel
17. Fiscale aspecten van intragroepsreorganisaties
17.1. Welke soorten reorganisaties zijn er?
17.2. Wanneer is een reorganisatie vrij van vennootschapsbelasting?
17.3. Wat zijn doorslaggevende motieven van financieel-economische aard?
17.4. Wat als de reorganisatie toch belastbaar is?
17.5. De belastingvrije zusterfusie
17.6. De belastingvrije moeder-dochterfusie
17.7. De ‘gewone’ splitsing
17.8. De partiële splitsing
17.9. Inbreng van een bedrijfstak of van een algemeenheid van goederen
17.10. Wat gebeurt er met de tax assets in geval van belastingvrije reorganisatie?
17.11. Reorganisaties: registratiebelastingen en btw
17.12. De belastingvrije grensoverschrijdende reorganisatie
17.13. Zetelverplaatsing binnen de EU
18. Fiscale aandachtspunten in geval van internationalisering
18.1. Vaste inrichting, juridisch bijhuis of dochtervennootschap?
18.2. Vaste inrichting
18.3. Materiële versus personele versus diensten vaste inrichting
18.4. Fiscale gevolgen van een buitenlandse vaste inrichting
18.5. Wat met de btw?
18.6. Gevolgen voor de medewerkers
18.7. Extra administratie versus wellicht lagere fiscale kost
18.8. Kijk uit voor buitenlandse meerwaardebelasting op aandelen
18.9. Wat met buitenlandse partnership-structuren?
19. Impact van Controlled Foreign Corporation-wetgeving
20. Fiscale en sociaalrechtelijke behandeling van hr-aspecten bij internationalisering
20.1. Hoe wordt een inwoner van België belast over zijn beroepsinkomsten?
20.2. Wat is ‘vrijstelling met progressievoorbehoud’?
20.3. Wanneer is een werknemer belastbaar in het buitenland?
20.4. Wanneer is een bedrijfsleider belastbaar in het buitenland?
20.5. Wat op het vlak van sociale zekerheid?
20.6. Praktisch voorbeeld
20.7. Wat als de fiscus vragen stelt?
21. Hoe wil de OESO ‘oneigenlijke internationale taxplanning’ ontmoedigen?
21.1. Globalisering vergt nieuwe internationale fiscale politiek
21.2. OESO ziet concrete tekortkomingen in de huidige internationale fiscale politiek
21.3. Het 15-punten-BEPS-actieplan van de OESO
22. Hoe sleutelmedewerkers op een fiscaal aantrekkelijke manier aan uw bedrijf binden?
22.1. Wat is een ‘optie’ of ‘warrant’?
22.2. Van ‘offer’ over ‘grant’ en ‘vesting’ tot ‘exercise’...
22.3. Uitoefening wanneer optie of warrant ‘in-the-money’ is!
22.4. Gratis optie of warrant is belastbaar voordeel alle aard
22.5. Belastbaar moment is 60 dagen na aanvaard aanbod
22.6. Forfaitaire waardering van het voordeel alle aard
22.7. Halvering van het belastbare forfait mogelijk
22.8. Opletten met ‘cashless exercise’
22.9. Kan het risico voor de houder ingedekt worden?
22.10. Wat bij toekenning aan de bestuurder van een managementvennootschap?
22.11. Wat bij toekenning aan een (management)vennootschap?
22.12. Wat met de sociale zekerheid?
22.13. Ook inhoudingsplicht bedrijfsvoorheffing en ficheverplichting indien door het buitenland toegekende voordelen
22.14. Ratchet-mechanisme en carried interest
22.15. Grensoverschrijdende tewerkstelling
23. Impact van de fiscaliteit op het opvolgingsvraagstuk
23.1. Verkoop van de aandelen van de groep van vennootschappen
23.2. Vererving van de aandelen van de groep van vennootschappen
23.3. Schenking van de aandelen van de groep van vennootschappen
24. Besluit