
Werken met meerdere vennootschappen
Fiscale aandachtspunten voor de dynamische kmo

Samengevat
Dit Tips & Advies-Boek is uw leidraad om maximaal voordeel te behalen uit het werken met meerdere vennootschappen.
U krijgt vanuit een praktische invalshoek het antwoord op de vragen waarom wel/niet en hoe te werken met meerdere vennootschappen. We analyseren de voor- en nadelen en de gevolgen van het werken met meerdere vennootschappen vanuit 2 standpunten.
Enerzijds analyseren we de situatie als u naast uw exploitatievennootschappen een holding of een managementvennootschap heeft. Anderzijds bekijken we de mogelijkheden als u overweegt om een tweede, een derde... vennootschap op te richten, in België maar ook eventueel in het buitenland.
Dit boek is dan ook uw onmisbaar hulpmiddel en werkinstrument om fiscaal optimaal met meerdere vennootschappen te werken.
In detail
In detail behandelen we de volgende thema's om uw vragen te beantwoorden:
- De evolutie van uw bedrijf: van eenmanszaak tot meerdere vennootschappen
- De voordelen van een kmo
- Waarom dan toch de stap naar meerdere vennootschappen zetten?
- De gevolgen, aandachtspunten en optimalisatiemogelijkheden op fiscaal en boekhoudkundig vlak
- De stap naar het buitenland
- Opvolging en succesie later: gevolgen en aandachtspunten
Eens u met meerdere vennootschappen werkt, neemt de complexiteit toe. De voordelen van meerdere vennootschappen moeten deze toenemende complexiteit dan ook overtreffen. Dit boek is uw hulpmiddel om met kennis van zaken de juiste keuzes te maken en uw werking met meerdere vennootschappen te optimaliseren, rekening houdend met alle recente wijzigingen.
Voor wie?
iedere vooruitziende bedrijfsleider
- die overweegt om met meedere vennootschappen te werken
- die al met meerdere vennootschappen werkt en dit verder wil optimaliseren om maximaal voordeel te behalen
de adviseur
- die zijn cliënten optimaal wil adviseren over dit thema
Producttype | Boek |
---|---|
Formaat | Paperback |
EAN / ISSN | 9789464155457 |
Reeksnaam | Reeks Tips & Advies |
Gewicht | 1120 g |
Beschikbaarheid | In voorraad |
Aantal pagina's | 672 blz. |
Toegang tot oefeningen | Nee |
Uitgever | Indicator |
Taal | Nederlands |
Publicatiedatum | 7 feb. 2025 |
Beschikbaar op Strada Belgique | Nee |
Beschikbaar op Strada Europe | Nee |
Beschikbaar op Strada Luxembourg | Nee |
In dit Tips & Advies-Boek leest u...
1. Hoe ontstaat een groep van vennootschappen?
1.1. Geografische en culturele grenzen van de bedrijfswereld vervagen
1.2. Klein beginnen met eenmanszaak
1.3. Waarom eventueel overschakelen naar een vennootschap?
1.4. Van vennootschap naar groep van vennootschappen
1.5. Documenteer de zakelijke beweegredenen van uw beleidsbeslissing!
1.6. Vergis u niet: ook fiscaliteit is een belangrijke schakel in de waardeketen
2. Wat als we geen kmo meer zijn?
2.1. Wanneer is uw bedrijf een kmo?
2.2. Minder strenge boekhoudformaliteiten voor een kmo
2.3. Fiscale voordelen voor een kmo
3. Waarom vandaag reeds een exitstrategie voorbereiden?
3.1. Parameters van de exitstrategie
3.2. Mogelijke impact van de algemene antimisbruikbepaling
4. Waarom een gemeenschappelijke holding overwegen?
4.1. Zuivere versus gemengde holding
4.2. Belgische of buitenlandse holding: fiscale aandachtspunten
4.3. Hoe wordt de holding eigenaar van de werkvennootschappen?
4.4. Strategische en operationele overwegingen
5. Waarom en wanneer een interne-meerwaardetransactie overwegen?
5.1. Wat is een interne meerwaarde?
5.2. Speculatieve meerwaarden zijn belastbaar
5.3. Is een verkoop van aandelen aan de eigen holdingvennootschap speculatief?
5.4. Is een inbreng van aandelen in de eigen holdingvennootschap speculatief?
5.5. Fiscale gevolgen van een interne-meerwaardetransactie
6. Boekhoudkundige consolidatie
6.1. Wie heeft een consolidatieverplichting?
6.2. Wanneer is er een vrijstelling van consolidatieverplichting?
6.3. Welke dochtervennootschappen kunnen eventueel uit de consolidatiekring geweerd worden?
6.4. Wat als sommige dochtervennootschappen in een andere muntzone actief zijn?
6.5. Welke consolidatiemethodes zijn er voorhanden?
7. Nut van consolidatie voor doeleinden van vennootschapsbelasting
7.1. Verschillende ‘types’ van fiscale eenheid op internationale schaal
7.2. Europese rechtspraak
7.3. Fiscale consolidatie van doeleinden van vennootschapsbelastingen
8. Nut van een btw-eenheid
8.1. Wat is een btw-eenheid?
8.2. Wat zijn de voor- en nadelen van een btw-eenheid?
8.3. Hoe wordt een btw-eenheid concreet geïmplementeerd?
8.4. Wat is het btw-belastingstelsel van een btw-eenheid?
9. Noodzaak aan onderbouwde interne verrekenprijzen
9.1. Welke politiek van ‘agressieve’ verrekenprijzen viseert de fiscus?
9.2. Wat is het ‘at arm’s length’-principe?
9.3. Het ‘at arm’s length’-principe speelt ook in de relatie hoofdhuis-bijhuis
9.4. Wat als een Belgische vennootschap een abnormaal of goedgunstig voordeel verstrekt?
9.5. Wat als een Belgische vennootschap een abnormaal of goedgunstig voordeel geniet?
9.6. Verenigbaarheid van de Belgische Belastingwet met de EU-normen
9.7. Transfer pricing is ook een prioriteit voor kmo’s
9.8. Belang van kwalitatieve verrekenprijsdocumentatie
9.9. Hoe documentatie aanleggen: een aantal basisbeginselen
9.10. Wees ook voorbereid op een transferpricing-belastingcontrole
9.11. Is ‘horizontaal overleg’ tussen fiscus en belastingplichtige de volgende stap?
9.12. Capita selecta
9.13. Concreet voorbeeld (1): kwijtschelding van schuld binnen de groep
9.14. Concreet voorbeeld (2): deficitaire liquidatie binnen de groep
10. De commissionair-principaalrelatie (als voorbeeld van functionaliteit binnen de groep)
10.1. Een verschillende functionaliteit rechtvaardigt een andere verrekenprijs
10.2. De principaal-commissionairsstructuur
10.3. Wat is een commissionair?
10.4. Hoe ontstaat een commissionairsovereenkomst?
10.5. De vergoeding van de commissionair
10.6. ‘Vaste inrichting’-risico voor de principaal
10.7. Goodwill-risico bij implementatie
11. Fiscale aspecten van intragroepsbestuurdersmandaten en dienstverlening
11.1. Wanneer kwalificeren de ‘managementvergoedingen’ die de ene groepsvennootschap betaalt aan een andere groepsvennootschap als aftrekbare beroepskosten?
11.2. Wanneer kwalificeren de formele ‘bestuurdersvergoedingen’ die de ene groepsvennootschap betaalt aan een andere groepsvennootschap als aftrekbare beroepskosten?
11.3. Wat in geval van retrocessie van bestuurdersbezoldigingen?
11.4. Is btw verschuldigd over een aangerekende bestuurdersvergoeding?
11.5. Op welke wijze kunnen bestuurders- en/of managementvergoedingen gefactureerd worden?
11.6. Wat inzake tantièmes?
12. Fiscale aspecten van ‘cashpooling’ en andere intragroepsfinanciering
12.1. Wat is cashpooling?
12.2. Belang van de rol en keuze van de pool leader
12.3. Fiscale behandeling van ‘interest’
12.4. Impact van thincapitalisation-regels
13. Fiscale aspecten van dividendstromen binnen de groep
13.1. Bronheffing over een uitgekeerd dividend
13.2. DBI-aftrek over een ontvangen dividend
13.3. DBI-aftrek: voorwaarden
13.4. Wanneer is er vennootschapsbelasting over een verwezenlijkte meerwaarde op aandelen?
13.5. Antirechtsmisbruikbepaling
14. Hoe fiscale verliezen ten volle benutten?
14.1. Nood aan bewijskrachtige boekhouding?
14.2. Impact van transfer pricing
14.3. Impact van controlewijziging
14.4. Verlies van vaste inrichting
14.5. Wat indien belasting over forfaitaire grondslag?
14.6. Wat bij belastingvrije reorganisatie?
14.7. Minimale belastbare basis sinds 2018
15. Wat met intragroeps-R&D en -IP?
15.1. Wereldwijde R&D-budgetten stijgen
15.2. Lage fiscale kosten doen R&D-budget stijgen
15.3. 85% innovatieaftrek
15.4. Investeringsaftrek of belastingkrediet voor R&D-investeringen
15.5. Geen doorstorting van 80% van de bedrijfsvoorheffing van R&D-personeel
16. Fiscale aspecten van intragroepsreorganisaties
16.1. Welke soorten reorganisaties zijn er?
16.2. Wanneer is een reorganisatie vrij van vennootschapsbelasting?
16.3. Wat zijn doorslaggevende motieven van financieel-economische aard?
16.4. Wat als de reorganisatie toch belastbaar is?
16.5. De belastingvrije zusterfusie
16.6. De belastingvrije moeder-dochterfusie
16.7. De ‘gewone’ splitsing
16.8. De partiële splitsing
16.9. Inbreng van een bedrijfstak of van een algemeenheid van goederen
16.10. Wat gebeurt er met de tax assets in geval van belastingvrije reorganisatie?
16.11. Reorganisaties: registratiebelastingen en btw
16.12. De belastingvrije grensoverschrijdende reorganisatie
16.13. Zetelverplaatsing binnen de EU
17. Fiscale aandachtspunten in geval van internationalisering
17.1. Vaste inrichting, juridisch bijhuis of dochtervennootschap?
17.2. Vaste inrichting
17.3. Materiële versus personele versus diensten vaste inrichting
17.4. Fiscale gevolgen van een buitenlandse vaste inrichting
17.5. Wat met de btw?
17.6. Gevolgen voor de medewerkers
17.7. Extra administratie versus wellicht lagere fiscale kost
17.8. Opgelet voor buitenlandse meerwaardebelasting op aandelen
17.9. Wat met buitenlandse partnership-structuren?
18. Impact van Controlled Foreign Corporation-wetgeving
18.1. Transactionele methode tot en met aanslagjaar 2023
18.2. Entiteitsmethode vanaf aanslagjaar 2024
19. Fiscale en sociaalrechtelijke behandeling van hr-aspecten bij internationalisering
19.1. Hoe wordt een inwoner van België belast over zijn beroepsinkomsten?
19.2. Wat is ‘vrijstelling met progressievoorbehoud’?
19.3. Wanneer is een werknemer belastbaar in het buitenland?
19.4. Wanneer is een bedrijfsleider belastbaar in het buitenland?
19.5. Wat op het vlak van sociale zekerheid?
19.6. Praktisch voorbeeld
19.7. Wat als de fiscus vragen stelt?
20. Hoe wil de OESO ‘oneigenlijke internationale taxplanning’ ontmoedigen?
20.1. Globalisering vergt nieuwe internationale fiscale politiek
20.2. OESO ziet concrete tekortkomingen in de huidige internationale fiscale politiek
20.3. Het 15-punten-BEPS-actieplan van de OESO
21. Hoe sleutelmedewerkers op een fiscaal aantrekkelijke manier aan uw bedrijf binden?
21.1. Wat is een ‘optie’ of ‘warrant’?
21.2. Van ‘offer’ over ‘grant’ en ‘vesting’ tot ‘exercise’...
21.3. Uitoefening wanneer optie of warrant ‘in-the-money’ is!
21.4. Gratis optie of warrant is belastbaar voordeel alle aard
21.5. Belastbaar moment is 60 dagen na aanvaard aanbod
21.6. Forfaitaire waardering van het voordeel alle aard
21.7. Halvering van het belastbare forfait mogelijk
21.8. Opletten met ‘cashless exercise’
21.9. Kan het risico voor de houder ingedekt worden?
21.10. Wat bij toekenning aan de bestuurder van een managementvennootschap?
21.11. Wat bij toekenning aan een (management)vennootschap?
21.12. Wat met de sociale zekerheid?
21.13. Ook inhoudingsplicht bedrijfsvoorheffing en ficheverplichting indien door het buitenland toegekende voordelen
21.14. Ratchet-mechanisme en carried interest
21.15. Grensoverschrijdende tewerkstelling
22. Wereldwijd minimum 15% vennootschapsbelasting: wat doet België?
22.1. Waar is een entiteit gevestigd?
22.2. Stap 1: toepassingsgebied
22.3. Stap 2: Berekening GloBE-resultaat (‘kwalificerend inkomen of verlies’)
22.4. Stap 3: identificatie van relevante ‘betrokken belastingen’ (covered taxes)
22.5. Stap 4: berekening van de effective tax rate (ETR)
22.6. Stap 5: berekening en toepassing van jurisdictionele bijheffingen
22.7. Vestiging en inning van de minimumbelasting
22.8. Een aantal Belgische neveneffecten
23. Impact van de fiscaliteit op het opvolgingsvraagstuk
23.1. Verkoop van de aandelen van de groep van vennootschappen
23.2. Vererving van de aandelen van de groep van vennootschappen
23.3. Schenking van de aandelen van de groep van vennootschappen
24. Besluit