€ 173,00 incl. btw € 163,21 excl. btw
In voorraad
100% beveiligde betaling
payments maestro mastercard visa payments
Vragen over dit product? Contacteer onze klantendienst

Werken met meerdere vennootschappen

Fiscale aandachtspunten voor de dynamische kmo

Boek | 13e editie 2025 | België | Kurt De Haen
Beschrijving

Samengevat

Dit Tips & Advies-Boek is uw leidraad om maximaal voordeel te behalen uit het werken met meerdere vennootschappen.

U krijgt vanuit een praktische invalshoek het antwoord op de vragen waarom wel/niet en hoe te werken met meerdere vennootschappen. We analyseren de voor- en nadelen en de gevolgen van het werken met meerdere vennootschappen vanuit 2 standpunten.

Enerzijds analyseren we de situatie als u naast uw exploitatievennootschappen een holding of een managementvennootschap heeft. Anderzijds bekijken we de mogelijkheden als u overweegt om een tweede, een derde... vennootschap op te richten, in België maar ook eventueel in het buitenland.

Dit boek is dan ook uw onmisbaar hulpmiddel en werkinstrument om fiscaal optimaal met meerdere vennootschappen te werken.

In detail

In detail behandelen we de volgende thema's om uw vragen te beantwoorden:

  • De evolutie van uw bedrijf: van eenmanszaak tot meerdere vennootschappen
  • De voordelen van een kmo
  • Waarom dan toch de stap naar meerdere vennootschappen zetten?
  • De gevolgen, aandachtspunten en optimalisatiemogelijkheden op fiscaal en boekhoudkundig vlak
  • De stap naar het buitenland
  • Opvolging en succesie later: gevolgen en aandachtspunten

Eens u met meerdere vennootschappen werkt, neemt de complexiteit toe. De voordelen van meerdere vennootschappen moeten deze toenemende complexiteit dan ook overtreffen. Dit boek is uw hulpmiddel om met kennis van zaken de juiste keuzes te maken en uw werking met meerdere vennootschappen te optimaliseren, rekening houdend met alle recente wijzigingen.


Voor wie?

iedere vooruitziende bedrijfsleider

  • die overweegt om met meedere vennootschappen te werken
  • die al met meerdere vennootschappen werkt en dit verder wil optimaliseren om maximaal voordeel te behalen

de adviseur

  • die zijn cliënten optimaal wil adviseren over dit thema
Technische fiche
Meer informatie
Producttype Boek
Formaat Paperback
EAN / ISSN 9789464155457
Reeksnaam Reeks Tips & Advies
Gewicht 1120 g
Beschikbaarheid In voorraad
Aantal pagina's 672 blz.
Toegang tot oefeningen Nee
Uitgever Indicator
Taal Nederlands
Publicatiedatum 7 feb. 2025
Beschikbaar op Strada Belgique Nee
Beschikbaar op Strada Europe Nee
Beschikbaar op Strada Luxembourg Nee
Inhoudsopgave

In dit Tips & Advies-Boek leest u...

1. Hoe ontstaat een groep van vennootschappen?

1.1. Geografische en culturele grenzen van de bedrijfswereld vervagen

1.2. Klein beginnen met eenmanszaak

1.3. Waarom eventueel overschakelen naar een vennootschap?

1.4. Van vennootschap naar groep van vennootschappen

1.5. Documenteer de zakelijke beweegredenen van uw beleidsbeslissing!

1.6. Vergis u niet: ook fiscaliteit is een belangrijke schakel in de waardeketen

2. Wat als we geen kmo meer zijn?

2.1. Wanneer is uw bedrijf een kmo?

2.2. Minder strenge boekhoudformaliteiten voor een kmo

2.3. Fiscale voordelen voor een kmo

3. Waarom vandaag reeds een exitstrategie voorbereiden?

3.1. Parameters van de exitstrategie

3.2. Mogelijke impact van de algemene antimisbruikbepaling

4. Waarom een gemeenschappelijke holding overwegen?

4.1. Zuivere versus gemengde holding

4.2. Belgische of buitenlandse holding: fiscale aandachtspunten

4.3. Hoe wordt de holding eigenaar van de werkvennootschappen?

4.4. Strategische en operationele overwegingen

5. Waarom en wanneer een interne-meerwaardetransactie overwegen?

5.1. Wat is een interne meerwaarde?

5.2. Speculatieve meerwaarden zijn belastbaar

5.3. Is een verkoop van aandelen aan de eigen holdingvennootschap speculatief?

5.4. Is een inbreng van aandelen in de eigen holdingvennootschap speculatief?

5.5. Fiscale gevolgen van een interne-meerwaarde­transactie

6. Boekhoudkundige consolidatie

6.1. Wie heeft een consolidatieverplichting?

6.2. Wanneer is er een vrijstelling van consolidatieverplichting?

6.3. Welke dochtervennootschappen kunnen eventueel uit de consolidatiekring geweerd worden?

6.4. Wat als sommige dochtervennootschappen in een andere muntzone actief zijn?

6.5. Welke consolidatiemethodes zijn er voorhanden?

7. Nut van consolidatie voor doeleinden van vennootschapsbelasting

7.1. Verschillende ‘types’ van fiscale eenheid op internationale schaal

7.2. Europese rechtspraak

7.3. Fiscale consolidatie van doeleinden van vennootschapsbelastingen

8. Nut van een btw-eenheid

8.1. Wat is een btw-eenheid?

8.2. Wat zijn de voor- en nadelen van een btw-eenheid?

8.3. Hoe wordt een btw-eenheid concreet geïmplementeerd?

8.4. Wat is het btw-belastingstelsel van een btw-eenheid?

9. Noodzaak aan onderbouwde interne verrekenprijzen

9.1. Welke politiek van ‘agressieve’ verrekenprijzen viseert de fiscus?

9.2. Wat is het ‘at arm’s length’-principe?

9.3. Het ‘at arm’s length’-principe speelt ook in de relatie hoofdhuis-bijhuis

9.4. Wat als een Belgische vennootschap een abnormaal of goedgunstig voordeel verstrekt?

9.5. Wat als een Belgische vennootschap een abnormaal of goedgunstig voordeel geniet?

9.6. Verenigbaarheid van de Belgische Belastingwet met de EU-normen

9.7. Transfer pricing is ook een prioriteit voor kmo’s

9.8. Belang van kwalitatieve verrekenprijsdocumentatie

9.9. Hoe documentatie aanleggen: een aantal basisbeginselen

9.10. Wees ook voorbereid op een transferpricing-belastingcontrole

9.11. Is ‘horizontaal overleg’ tussen fiscus en belastingplichtige de volgende stap?

9.12. Capita selecta

9.13. Concreet voorbeeld (1): kwijtschelding van schuld binnen de groep

9.14. Concreet voorbeeld (2): deficitaire liquidatie binnen de groep

10. De commissionair-principaalrelatie (als voorbeeld van functionaliteit binnen de groep)

10.1. Een verschillende functionaliteit rechtvaardigt een andere verrekenprijs

10.2. De principaal-commissionairsstructuur

10.3. Wat is een commissionair?

10.4. Hoe ontstaat een commissionairsovereenkomst?

10.5. De vergoeding van de commissionair

10.6. ‘Vaste inrichting’-risico voor de principaal

10.7. Goodwill-risico bij implementatie

11. Fiscale aspecten van intragroepsbestuurdersmandaten en dienstverlening

11.1. Wanneer kwalificeren de ‘management­vergoedingen’ die de ene groepsvennootschap betaalt aan een andere groepsvennootschap als aftrekbare beroepskosten?

11.2. Wanneer kwalificeren de formele ‘bestuurders­vergoedingen’ die de ene groepsvennootschap betaalt aan een andere groepsvennootschap als aftrekbare beroepskosten?

11.3. Wat in geval van retrocessie van bestuurdersbezoldigingen?

11.4. Is btw verschuldigd over een aangerekende bestuurdersvergoeding?

11.5. Op welke wijze kunnen bestuurders- en/of managementvergoedingen gefactureerd worden?

11.6. Wat inzake tantièmes?

12. Fiscale aspecten van ‘cashpooling’ en andere intragroepsfinanciering

12.1. Wat is cashpooling?

12.2. Belang van de rol en keuze van de pool leader

12.3. Fiscale behandeling van ‘interest’

12.4. Impact van thincapitalisation-regels

13. Fiscale aspecten van dividendstromen binnen de groep

13.1. Bronheffing over een uitgekeerd dividend

13.2. DBI-aftrek over een ontvangen dividend

13.3. DBI-aftrek: voorwaarden

13.4. Wanneer is er vennootschapsbelasting over een verwezenlijkte meerwaarde op aandelen?

13.5. Antirechtsmisbruikbepaling

14. Hoe fiscale verliezen ten volle benutten?

14.1. Nood aan bewijskrachtige boekhouding?

14.2. Impact van transfer pricing

14.3. Impact van controlewijziging

14.4. Verlies van vaste inrichting

14.5. Wat indien belasting over forfaitaire grondslag?

14.6. Wat bij belastingvrije reorganisatie?

14.7. Minimale belastbare basis sinds 2018

15. Wat met intragroeps-R&D en -IP?

15.1. Wereldwijde R&D-budgetten stijgen

15.2. Lage fiscale kosten doen R&D-budget stijgen

15.3. 85% innovatieaftrek

15.4. Investeringsaftrek of belastingkrediet voor R&D-investeringen

15.5. Geen doorstorting van 80% van de bedrijfsvoorheffing van R&D-personeel

16. Fiscale aspecten van intragroepsreorganisaties

16.1. Welke soorten reorganisaties zijn er?

16.2. Wanneer is een reorganisatie vrij van vennootschapsbelasting?

16.3. Wat zijn doorslaggevende motieven van financieel-economische aard?

16.4. Wat als de reorganisatie toch belastbaar is?

16.5. De belastingvrije zusterfusie

16.6. De belastingvrije moeder-dochterfusie

16.7. De ‘gewone’ splitsing

16.8. De partiële splitsing

16.9. Inbreng van een bedrijfstak of van een algemeenheid van goederen

16.10. Wat gebeurt er met de tax assets in geval van belastingvrije reorganisatie?

16.11. Reorganisaties: registratiebelastingen en btw

16.12. De belastingvrije grensoverschrijdende reorganisatie

16.13. Zetelverplaatsing binnen de EU

17. Fiscale aandachtspunten in geval van internationalisering

17.1. Vaste inrichting, juridisch bijhuis of dochtervennootschap?

17.2. Vaste inrichting

17.3. Materiële versus personele versus diensten vaste inrichting

17.4. Fiscale gevolgen van een buitenlandse vaste inrichting

17.5. Wat met de btw?

17.6. Gevolgen voor de medewerkers

17.7. Extra administratie versus wellicht lagere fiscale kost

17.8. Opgelet voor buitenlandse meerwaardebelasting op aandelen

17.9. Wat met buitenlandse partnership-structuren?

18. Impact van Controlled Foreign Corporation-wetgeving

18.1. Transactionele methode tot en met aanslagjaar 2023

18.2. Entiteitsmethode vanaf aanslagjaar 2024

19. Fiscale en sociaalrechtelijke behandeling van hr-aspecten bij internationalisering

19.1. Hoe wordt een inwoner van België belast over zijn beroepsinkomsten?

19.2. Wat is ‘vrijstelling met progressie­voorbehoud’?

19.3. Wanneer is een werknemer belastbaar in het buitenland?

19.4. Wanneer is een bedrijfsleider belastbaar in het buitenland?

19.5. Wat op het vlak van sociale zekerheid?

19.6. Praktisch voorbeeld

19.7. Wat als de fiscus vragen stelt?

20. Hoe wil de OESO ‘oneigenlijke internationale taxplanning’ ontmoedigen?

20.1. Globalisering vergt nieuwe internationale fiscale politiek

20.2. OESO ziet concrete tekortkomingen in de huidige internationale fiscale politiek

20.3. Het 15-punten-BEPS-actieplan van de OESO

21. Hoe sleutelmedewerkers op een fiscaal aantrekkelijke manier aan uw bedrijf binden?

21.1. Wat is een ‘optie’ of ‘warrant’?

21.2. Van ‘offer’ over ‘grant’ en ‘vesting’ tot ‘exercise’...

21.3. Uitoefening wanneer optie of warrant ‘in-the-money’ is!

21.4. Gratis optie of warrant is belastbaar voordeel alle aard

21.5. Belastbaar moment is 60 dagen na aanvaard aanbod

21.6. Forfaitaire waardering van het voordeel alle aard

21.7. Halvering van het belastbare forfait mogelijk

21.8. Opletten met ‘cashless exercise’

21.9. Kan het risico voor de houder ingedekt worden?

21.10. Wat bij toekenning aan de bestuurder van een managementvennootschap?

21.11. Wat bij toekenning aan een (management)vennootschap?

21.12. Wat met de sociale zekerheid?

21.13. Ook inhoudingsplicht bedrijfsvoorheffing en ficheverplichting indien door het buitenland toegekende voordelen

21.14. Ratchet-mechanisme en carried interest

21.15. Grensoverschrijdende tewerkstelling

22. Wereldwijd minimum 15% vennoot­schapsbelasting: wat doet België?

22.1. Waar is een entiteit gevestigd?

22.2. Stap 1: toepassingsgebied

22.3. Stap 2: Berekening GloBE-resultaat (‘kwalificerend inkomen of verlies’)

22.4. Stap 3: identificatie van relevante ‘betrokken belastingen’ (covered taxes)

22.5. Stap 4: berekening van de effective tax rate (ETR)

22.6. Stap 5: berekening en toepassing van jurisdictionele bijheffingen

22.7. Vestiging en inning van de minimumbelasting

22.8. Een aantal Belgische neveneffecten

23. Impact van de fiscaliteit op het opvolgingsvraagstuk

23.1. Verkoop van de aandelen van de groep van vennootschappen

23.2. Vererving van de aandelen van de groep van vennootschappen

23.3. Schenking van de aandelen van de groep van vennootschappen

24. Besluit