Interview

Windturbines vergunnen in het Vlaamse Gewest: nog heel wat werk aan de winkel  

Bij Larcier-Intersentia is in december 2024 de tweede editie verschenen van het boek De vergunning van windturbines in het Vlaamse Gewest van mr. Laurens De Brucker. 

Het terugdringen van de broeikasgasuitstoot en de omschakeling naar een klimaatneutraal energiebeleid zijn twee van de grootste uitdagingen voor de 21ste eeuw. In het kader van de broodnodige energietransitie, waarbij het totale energieverbruik de komende jaren sterk moet dalen en de resterende energieconsumptie maximaal moet worden ingevuld door hernieuwbare energiebronnen, is in Vlaanderen een belangrijke rol weggelegd voor windenergie. In de praktijk blijkt echter dat de vergunning van windturbines niet altijd van een leien dakje loopt. Niet alleen botsen dergelijke projecten vaak op lokale weerstand, maar ook vergunningverlenende overheden vinden niet altijd hun weg in het kluwen van regels en rechtspraak, waardoor de deur naar juridische procedures wagenwijd openstaat.
Dit boek is een praktische handleiding voor overheden die zich dienen te buigen over omgevingsvergunningsaanvragen voor windturbines in het Vlaamse Gewest. Voor juristen en omgevingspecialisten betreft het een oeuvre dat niet in de bibliotheek mag ontbreken.

Larcier-Intersentia interviewde de auteur naar aanleiding van deze tweede editie.

U wijst er terecht op dat windenergie een van de oudste en meest gevestigde vormen van groene energieproductie is en dat windmolens de Vlaamse contreien reeds sinds de middeleeuwen sieren. Grote molenwiekers vormen echter nog steeds een onderwerp van hevig debat. Dit heeft blijkbaar meer dan één verklaring.

Inderdaad. Ten eerste overstijgt de ruimtelijke inplanting van windturbines het lokale schaalniveau door de steeds grotere windturbinevermogens. Provincies menen in dit verband dat die ruimtelijke sfeer hun verantwoordelijkheid vereist, terwijl in essentie enkel het Vlaamse Gewest bevoegd is voor hernieuwbare energie en de inplanting ervan.

Ten tweede bevinden de voordelen van windenergie zich voornamelijk op internationaal en nationaal schaalniveau, in de vorm van CO2-reductie en het halen van de EU-doelstellingen, terwijl de nadelen vooral voelbaar zijn voor de lokale omwonenden op gemeentelijk niveau, in de vorm van geluidsoverlast, visuele hinder en slagschaduw. De realiteit is dat er in Vlaanderen op het eerste gezicht een breed draagvlak lijkt te bestaan voor hernieuwbare energie, maar uit de praktijk blijkt dat heel wat Vlamingen toch liever geen windturbines in hun achtertuin wensen opgericht te zien. Daarnaast zijn het ook vaak de gemeenten zelf, en meer bepaald de Vlaamse burgemeesters, die een beroep indienen tegen op hun grondgebied vergunde windturbines. Daarenboven beschikt de modale Vlaming ook over een uitgebreid arsenaal aan actiemiddelen om dergelijke projecten te vertragen en zelfs definitief te blokkeren. 
Men kan zich trouwens de vraag stellen of burgers vandaag niet te veel rechten hebben en of de vergunning en de realisatie van projecten van algemeen maatschappelijk belang, die in het kader van de klimaatproblematiek en energietransitie absoluut noodzakelijk zijn, geen inperking op de rechten van de burger zouden kunnen verantwoorden. Maar zowel de rechtspraak als de rechtsleer zijn daar toch eerder verdeeld over.

Bovendien vormt ook het huidige decretale kader, naast het beperkte maatschappelijk draagvlak en de uitgebreide bezwaar- en beroepsmogelijkheden, een ernstig struikelblok in het kader van de vergunning van windturbines. Het juridische beoordelingskader voor de vergunning van windturbines in het Vlaamse Gewest is immers uiterst versnipperd.

Mijn publicatie is daarom een praktische handleiding voor overheden die zich dienen te buigen over vergunningsaanvragen voor windturbines in het Vlaamse Gewest.
Enerzijds worden in deze bijdrage de vergunningsprocedure en het beoordelingskader geschetst. Anderzijds bevat dit werk een overzicht van zo goed als alle rechtspraak van zowel de Raad van State als de Raad voor Vergunningsbetwistingen die in het kader van het Vlaamse windturbinecontentieux reeds werd geveld.

Kunt u kort toelichten wat er juist aan bod komt in deze tweede editie?

In het eerste deel van het boek wordt in hoofdstuk 1 van wal gestoken met een overzicht van de bevoegdheidsverdeling inzake energie binnen het Belgische staatsbestel en wordt specifiek ingegaan op de rol van windenergie in dit verband. Meer in het bijzonder wordt stilgestaan bij de diverse vergunningen die er voor een windproject dienen te worden aangevraagd en verkregen.
In hoofdstukken 2 en 3 van deel 1 wordt vervolgens dieper ingegaan op het belang van windenergie in een Europeesrechtelijke context en wordt in dit verband een overzicht geschetst van de belangrijkste Europese en Vlaamse beleids- en regelgevende initiatieven op het gebied van hernieuwbare energie.

In deel 2 wordt de Vlaamse omgevingsvergunning, die als een conditio sine qua non geldt voor de bouw en exploitatie van windturbines in het Vlaamse Gewest, uitgebreid onder de loep genomen. In hoofdstuk 1 wordt het algemene vergunningskader geschetst, maar wordt aan de hand van specifieke voorbeelden en toepassingsgevallen een bijzondere focus gelegd op de omgevingsvergunning voor windturbines as such. Het stramien van het Omgevingsvergunningsdecreet en -besluit wordt in dit verband als leidraad gehanteerd. In hoofdstuk 2 wordt vervolgens stilgestaan bij het belang en de inhoud van de lokalisatienota, die verplicht dient te worden gevoegd bij elke omgevingsvergunningsaanvraag voor de bouw en exploitatie van windturbines in het Vlaamse Gewest.

In deel 3 wordt ten slotte het beoordelingskader van de vergunningverlenende overheid van naderbij bestudeerd. Dienaangaande wordt op basis van de meest actuele opvattingen en inzichten uit de rechtspraak en rechtsleer duiding geboden bij de VCRO, VLAREM II, de omzendbrief RO/2014/04 van 25 april 2014, de MER-toets, de diverse natuurtoetsen, de watertoets en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, die door de vergunningverlenende overheid stuk voor stuk mee in overweging dienen te worden genomen in het kader van de vergunning van windturbines in het Vlaamse Gewest.

Op het einde van uw publicatie formuleert u een aantal aanbevelingen, die ook in uw vorige editie van enkele jaren geleden waren geformuleerd, en maakt u ook een evaluatie.

Dat klopt: afsluitend worden nog enkele voorstellen geformuleerd om de vergunning van windturbines naar de toekomst toe te faciliteren. Om de vergunning van windturbines naar de toekomst toe eenvoudiger te maken en te optimaliseren, werden in de vorige editie van mijn boek reeds een aantal aanbevelingen geformuleerd. Meer bepaald werd in dat verband een twaalfpuntenplan voorgesteld. In deze tweede editie worden deze twaalf suggesties nu drie jaar na hun introductie geëvalueerd en wordt ook toegelicht in welke mate zij vandaag al dan niet nog actueel zijn. Dit twaalfpuntenplan toont aan dat er, ondanks enkele beleidsmatige en uitstekende wet- en regelgevende initiatieven, in Vlaanderen nog heel wat werk aan de winkel is alvorens de omschakeling naar een klimaatneutrale en energie-efficiënte samenleving voltooid zal zijn.
Als een ware Don Quichote tonen de Vlaamse burgers en gemeenten zich immers fervente bekampers van de molenwiekende giganten die het voorwerp vormen van mijn boek. Hoewel het in Vlaanderen reeds vaak om windturbines draait, zal het nog geruime tijd duren alvorens Vlaanderen ook werkelijk op windenergie draait.

Over het boek

De vergunning van windturbines in het Vlaamse Gewest (tweede editie)

Laurens De Brucker

December 2024
ISBN 9789400018334


Onze klanten raadpleegden ook:

Publiek | November 2024

Energierecht in Brussel: een verzamelwerk dat niet in de boekenkast mag ontbreken | Marie Beudels en Laurens De Brucker

Larcier-Intersentia sprak met de editors Marie Beudels en Laurens De Brucker naar aanleiding van dit recent verschenen werk. In dit interview leggen de editors uit waarom de publicatie zich focust op Brussel en niet, wat men op het eerste gezicht zou verwachten, op België. Verder bespreken de editors welke onderwerpen precies in het boek aan bod komen. Lees meer.

Publiek | Oktober 2024

De openbare omroep: waarom een nauwkeurige en kernachtige afbakening van zijn publieke taak essentieel is | Elke Cloots en Stefan Sottiaux

Larcier-Intersentia interviewde twee van de drie auteurs, dr. Elke Cloots en dr. Stefan Sottiaux naar aanleiding van hun recent verschenen werk. Het boek toetst de geldende Vlaamse mediaregelgeving en de huidige beheersovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VRT aan de hogere Europese normen inzake mediapluralisme en eerlijke concurrentie, enerzijds, en aan de best practices uit onder meer de Franse Gemeenschap, Nederland en Duitsland, anderzijds. Het geeft ook concrete beleidsaanbevelingen om tot een meer nauwkeurige en accurate omschrijving van de publieke taak van de VRT te komen. Lees meer.

Volg ons:     

              

Ons gratis tijdschrift:

· Emile & Ferdinand

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrieven!